Vakantieoverdenking: Het Huis van God

Gepubliceerd op 12 juli 2025 om 20:25

Ik ga op vakantie en ik neem mee: rouw, verdriet, ziekte, zorgen. Nu hoor ik je denken...he?? Dat wil je toch niet meehebben op vakantie? Als de zomervakantie voor de deur staat wordt bijna automatisch het verlangen in de meesten van ons wakker dat we tot rust willen komen. Je wilt je sores van de dag even vergeten. Alles wat je bezighoudt gewoon even ontvluchten en opladen. Tot rust komen kan ook een soort van thuiskomen zijn. Misschien herken je dat ook wel – het verlangen naar een plek waar je écht kunt schuilen, waar je rust kunt vinden, waar je thuiskomt.

David beschrijft precies dat verlangen in Psalm 27. In vers 4 zegt hij: “Ik heb maar één wens aan de Heer gevraagd. Dit is mijn diepste verlangen: dat ik in het huis van de Heer mag wonen zolang ik leef. Om de liefde van de Heer te bewonderen en Hem te ontmoeten in Zijn tempel.” (Psalm 27:4, BB) Wat een gebed. In plaats van God te vragen om hulp tegen zijn vijanden of om kracht om stand te houden – iets wat ik zélf waarschijnlijk als eerste zou doen – vraagt David om bij God te mogen zijn. In Zijn huis. Dicht bij Zijn hart.

Wat is dat, het “huis van God”?
In de tijd van David was het huis van God de tabernakel, de tent van ontmoeting. Daar woonde God, daar sprak Hij tot mensen. Voor David was dat dé plek van veiligheid, vrede en nabijheid. Deze tabernakel stond in de plaats Gibeon. Tegenwoordig kunnen we het "huis van God" op verschillende manieren zien: Een kerkgebouw waar je samen God aanbidt, je eigen hart, waar God woont door Zijn Geest, of zelfs de eeuwige thuiskomst bij Hem, wanneer alles volmaakt zal zijn. Wat het ook is: het is de plek waar jij en ik mogen schuilen, herstellen en ademen.

Eén ding
David zegt: "Eén ding heb ik van de Heer verlangd." Dat raakt me. Hoe vaak gaan mijn verlangens niet over controle, zekerheid, antwoorden? Maar David focust zich op één ding. Hij wil God zien, bij Hem zijn, Zijn schoonheid bewonderen. Misschien is dat uiteindelijk ook het diepste verlangen in ons allemaal: om thuis te zijn bij God.

Een schuilplaats in stormen
Psalm 27 is geen roze-wolk-psalm. David spreekt over vijanden, oorlog, angst. Hij kent dreiging en gevaar. En toch zegt hij: “De Heer is mijn licht en mijn redding, voor wie zou ik bang zijn?” Dat vind ik zo krachtig. In plaats van zich te laten verlammen door angst, kiest hij ervoor om naar Gods huis te verlangen. Daar, bij Hem, is veiligheid. Niet per se dat de storm meteen stopt, maar dat je ín de storm gedragen wordt. Zoals vers 5 zegt: “Want Hij zal mij in moeilijke tijden verbergen in Zijn hut. Hij zal mij verstoppen in Zijn tent. Hij zal mij hoog op een rots zetten.” Wat een beeld. God zelf als een veilige hut, een tent waarin je mag schuilen, een rots die hoger is dan je angst.

Thuiskomen
Misschien zit jij nu in een moeilijke periode. Misschien voel je je opgejaagd, onzeker of verdrietig. En neem je dat ook allemaal mee met je op vakantie. Dan wil ik je bemoedigen met deze woorden van David: God wil jouw schuilplaats zijn. Zijn huis staat open. Je mag komen zoals je bent. En weet je wat zo mooi is? Dit verlangen van David – om in Gods huis te wonen – wordt uiteindelijk helemaal vervuld in Jezus. Door Hem mogen wij nu al dichtbij God leven. En eens… eens zullen we écht thuiskomen. In het Vaderhuis, waar geen pijn of verdriet meer zal zijn.

Zoals Jezus zegt in Johannes 14: “In het huis van mijn Vader zijn veel kamers. Ik ga daarheen om een plaats voor jullie klaar te maken.”

Wat een toekomst. Wat een troost. Wat een liefde. Ik wens je een fijne vakantie toe. Ja je neemt jezelf mee, maar neem vooral ook Jezus mee.
Eén ding verlang ik: dat ik mag wonen in het huis van de Heer.

Reactie plaatsen

Reacties

Annamarie
11 uur geleden

Wat een zegenrijke overdenking🙏🏼
Vlot, eerlijk, mooi, overdenkend geschreven
Een heerlijke vakantie nadenker, met een grote gunfactor voor een ieder die mag zoeken en Jezus mag vinden. Dank!